Landerije


Volg de Waterwandelroute

De Krampenloop gaat na de kruising met de Rucphense Turfvaart, die uit het oosten komt, en met de Staaltjes, die verder gaat in de richting van het westen, over in de zogenaamde Omleiding Bakkersberg. Deze werd in de jaren zeventig aangelegd om de waterafvoer uit het achterland uiteindelijk in de richting van de Roosendaalse Vliet te leiden via de Deurlechtse Vaart.

Die ingreep in de waterhuishouding was zeker niet de eerste in dit gebied. Vanaf de dertiende eeuw is hier op grote schaal en systematisch turf gestoken. Het wegenpatroon tussen Zegge en Roosendaal herinnert nog aan de rechte, vierkante blokken waarin het gebied in 1297 werd verdeeld toen het werd uitgegeven. De initiatiefnemers kwamen uit Vlaanderen en dit gebied was dan ook bekend als de Vlaamse Moeren.

Voor het afgr…

Volg de Waterwandelroute

De Krampenloop gaat na de kruising met de Rucphense Turfvaart, die uit het oosten komt, en met de Staaltjes, die verder gaat in de richting van het westen, over in de zogenaamde Omleiding Bakkersberg. Deze werd in de jaren zeventig aangelegd om de waterafvoer uit het achterland uiteindelijk in de richting van de Roosendaalse Vliet te leiden via de Deurlechtse Vaart.

Die ingreep in de waterhuishouding was zeker niet de eerste in dit gebied. Vanaf de dertiende eeuw is hier op grote schaal en systematisch turf gestoken. Het wegenpatroon tussen Zegge en Roosendaal herinnert nog aan de rechte, vierkante blokken waarin het gebied in 1297 werd verdeeld toen het werd uitgegeven. De initiatiefnemers kwamen uit Vlaanderen en dit gebied was dan ook bekend als de Vlaamse Moeren.

Voor het afgraven van het veengebied kon beginnen, moest het afgewaterd worden. Dat gebeurde door de aanleg van sloten, die het water naar zijvaarten afvoerden. Die zijvaarten werden verbonden met hoofdvaarten.

Door de aanleg van deze waterwegen kon ook de in de zomer afgegraven turf per schuit worden afgevoerd nadat deze eerst te drogen was gelegd op de oevers van de sloten en vaarten. In de turfvaarten lagen sluisjes die het water vasthielden tot een konvooi schuiten gereed was om te vertrekken naar de haven. Vanuit de turfschuiten (vletten of pleyten) werd de turf in de haven overgeladen op zeewaardige schepen naar Vlaanderen, Holland of overzee.

De turf uit de Vlaamse Moeren werd via twee vaarten naar de Roosendaalse Vliet afgevoerd. Via de Rucphense Turfvaart ging het naar het Turfhoofd nabij de voormalige suikerfabriek in Roosendaal. En door de Deurlechtse Vaart kwamen de schuiten uit bij een kleine overslaghaven ter hoogte van de huidige Kapelberg. De toen nog kronkelende Vliet lag nabij die kleine haven.

De aanleg van al deze sloten en vaarten geschiedde handmatig. Jaarlijks moesten deze waterwegen worden uitgediept en werden de sluisjes opgeknapt. Aan het begin van de achttiende eeuw kwam de turfontginning tot stilstand omdat de meeste turf was afgegraven.

In de houtwal langs de Rucphense Vaart zijn allerlei varensoorten te vinden als wijfjesvaren, mannetjesvaren, brede stekelvaren en smalle stekelvaren. In de bosjes huizen fitis, merel, groenling en roodborst.

Locatie

Om deze webapp aan je beginscherm toe te voegen, tik op het delen-icoon en kies 'Zet op beginscherm'. Om deze webapp aan je startscherm toe te voegen, open het menu en kies 'Toevoegen aan startscherm'.