Roosendaal Wielerweekend 2022
Stoomcursus wielertermen
Zo maak je indruk tijdens het Roosendaals Wielerweekend 2022

‘En dan nu: het Roosendaals Wielerweekend, snappen wij dat, wij als leken?’ Voor iedereen die deze vraag met gefronste wenkbrauwen leest: klik niet weg. Dit artikel is voor jou, voor ‘mevrouw van Zetten uit Tiel’, maar ook dat zal jou niks zeggen. Een stoomcursus wielrentermen, zodat je te midden van deze wielerzomer toch nog indruk kunt maken.
Laten we beginnen met de basis. Het Roosendaalse Wielerweekend bestaat uit de Volksronde (zaterdag 30 juli) en de Ronde van Roosendaal (zondag 31 juli) wat voorheen de Kermisronde was. Dit jaar voor het eerst in deze vorm aangezien er twee organisaties zijn samengevoegd. De Volksronde gaat meer om het wielerplezier met bijvoorbeeld de Dikke mannen race (voor kerels boven de 95 kilo) en oud-profs, waar het bij de Ronde van Roosendaal echt een strijd is voor het kampioenschap in verschillende categorieën.
Wanneer je je in Roosendaal bevindt, het wielerhart van Zuidwest-Brabant, is er tijdens de zomer geen ontkomen aan. De hoogste tijd om het wielerjargon onder de knie te krijgen heel handig zo met De Volksronde, de Ronde van Roosendaal en de Draai van de Kaai in het nabije vooruitzicht.
Woorden die je vaak tegenkomt in uitingen vooraf aan een wielerevenement
Koers: wielerkoers, wielerronde, wielerwedstrijd
Criterium: wielerwedstrijd op de weg over een parcours dat een aantal malen moet worden gereden
KNWU: Koninklijke Nederlandse Wielrijders Unie, de Nederlandse wielerbond die onder andere officiële wedstrijden organiseert. BWF staat voor Brabantse Wieler Federatie.
Licentie: voor deelname aan KNWU-wedstrijden is er wedstrijdlicentie nodig. Deze krijg je wanneer je lid bent van een club aangesloten bij de KNWU.
Open kampioenschap: een wedstrijd waar zowel amateurs als professionals zich voor kunnen inschrijven
Platte-sturen-race: een wedstrijd die gereden wordt met een plat stuur in tegenstelling tot racefietsstuur.
Derny’s: lichtgewicht motoren die vóór de wielerrenners uit rijden om zo de wind te breken. In het programma kom je bijvoorbeeld tegen: ‘Oud-profs achter de derny’s’.
Termen om nonchalant vanaf de kant te roepen
Doorkachelen: stevig doorrijden
Drollencoureur: renner met weinig talent
Hij heeft zeker een ‘lekke ketting’: excuus voor slecht presteren
Een snok eraan geven: een laatste krachtinspanning leveren
Hard afstappen: vallen
Jus in de benen hebben: in goede vorm verkeren
Pap in de benen hebben/flanellen benen: in slechte vorm zijn/weinig kracht hebben
Afschminken: masseren
De man met de hamer tegenkomen
Plotseling helemaal kapot zijn
Demarreren: één of meerdere renners versneller plotseling om zo een voorsprong op het peloton te kunnen nemen. Ander woord: wegkletsen
Een gat dichten: aansluiting krijgen met een voorligger
Een patat krijgen: een achterstand oplopen, figuurlijk gezien een klap krijgen